Gelijkenissen in het OT

Gelijkenissen in het OT

Als wij aan gelijkenissen denken, dan denken wij meestal aan de gelijkenissen die Jezus vertelde, dus aan het Nieuwe Testament. Het is echter zo dat ook in het Oude Testament gelijkenissen gebruikt werden door God om dingen duidelijk te maken, soms in de vorm van een profetie, zoals de dromen van Jozef of die van de Farao, soms ook om een beeld te schetsen van de zonde waaraan een persoon of een volk zich schuldig maakte, zoals in Jesaja 1: 2-9.

 

God stuurt de profeet Nathan naar David met een verhaal (gelijkenis) hij vertelt hem dat er een rijke man is met veel schapen en een arme man met slechts één lam. De rijke krijgt visite, en wil een feestmaal aanrichten, maar hij wil niet één van zijn eigen schapen nemen. In plaats daarvan neemt hij dat ene lam van zijn arme buurman en slacht het en zet het zijn visite voor. Als David het verhaal hoort wordt hij zeer verontwaardigd en velt een oordeel over deze man, zonder te beseffen dat het een oordeel is over zijn eigen zonde die hij met Bathseba begaan heeft.

 

De gelijkenis heeft zijn doel bereikt, David heeft een oordeel uitgesproken over zijn eigen handelen. Het oordeel wat hij uitsprak was rechtsgeldig omdat hij als koning het hoogste gerechtshof in het land was. Zijn oordeel is de dood voor de overtreder, in zijn geval terecht omdat hij zijn buurman had laten doden, en het viervoudig vergoeden van wat er gestolen was, en dit was zoals God het voorgeschreven had in Exodus 22:1. 

 

David handelde in zijn oordeel geheel volgens de wet, maar er was geen genade in zijn oordeel. In 2 Samuel 12:13 en 14 zien wij dat God door zijn profeet laat zeggen dat Hij de zonde van David vergeeft. Maar wij zien ook dat de consequenties van de zonde niet worden weggenomen, het kind dat hij verwekt had zou sterven. Hier zien wij een zondeloze sterven als gevolg van de zonden van een ander, een verwijzing naar de Messias die zou komen om de zonden van het hele zondige mensenras te dragen terwijl Hij zelf zondeloos was.

 

Hierna krijgen wij de geschiedenis van Amnon en zijn zus Tamar. Tamar is de zus van Absalom en de halfzus van Amnon, Amnon verleidt zijn halfzus Tamar. Als Absalom hiervan hoort doodt hij zijn halfbroer Amnon, en verliest David een tweede kind. Hierna komt Absalom in opstand tegen zijn vader David, en stoot hem van de troon. In de burgeroorlog die volgt wordt Absalom gedood, en verliest David zijn derde kind. En als vierde en laatste zien wij Adonia, één van de zonen van David die het koningschap naar zich toe wil trekken, als gevolg vindt ook hij de dood. Hiermee is het profetisch oordeel wat David uitsprak “Hij zal viervoudig vergoeden” uitgekomen.

 

De les voor ons hierin is dus, God is barmhartig en vergeeft ons onze zonden, maar de consequenties van de zonden neemt hij niet weg. Het is beter om naar de wetten van God te leven dan ze te overtreden en onszelf en onze omgeving in pijn en rouw te dompelen.

 

Piet Westein