Parabel - Jezus komt logeren

Parabel - Jezus komt logeren

Laten we de man om wie het gaat Albert noemen, maar vul gerust je eigen naam in.

Albert heeft een heel groot huis met tien kamers. Op een dag wordt er geklopt aan de voordeur. Als Albert open doet,ziet hij dat het Jezus is. "Alstublieft Heer”, zegt hij, ”kom in mijn huis. Ik geef U de beste kamer in mijn huis, het is boven”. Jezus is een beleefd iemand en zegt: “Dank je wel”.

 

De volgende morgen hoort Albert hard geklop op de voordeur. Het kloppen gaat over in hard bonken op de deur. Als Albert opendoet, ziet hij met schrik de duivel voor hem staan. “Nee”, roept Albert, “ik wil jou hier niet hebben!” Maar de duivel antwoordt: “Ik ben lekker al binnen, hahaha”. En er ontstaat een gevecht. De duivel wil hem in het gevecht steeds verleiden. Het is een angstaanjagend gevecht. Het is al avond geworden als Albert merkt dat hij gewonnen heeft en gooit de duivel uit zijn huis.

Dan, in een helder moment, denkt hij opeens: “Hé, ik heb Jezus in huis. Ik heb Hem mijn beste kamer gegeven, waarom kwam Hij mij niet helpen?” Jezus kijkt van boven naar beneden en antwoordt hem: “Kijk Albert , je gaf me één van je tien kamers”. Toen volgde er een stilte. Albert gaat op zijn knieën en zegt: ”Oké Heer, ik zie mijn fout in. Het spijt mij. Laten we 50/50 doen”. Jezus is vol liefde en zegt:  “oké”.

 

De volgende morgen is een herhaling van de vorige dag. En op de één of andere manier krijgt Albert de duivel laat op de avond de deur weer uit. Albert is totaal uitgeput. Maar het eerste wat hij zich weer afvraagt, is dit: ”Waarom was Jezus nu niet gekomen om hem te helpen?”

Albert gaat naar boven en stelt zijn vraag aan Jezus. Jezus antwoordt: “Mijn zoon, waarom geef je mij niet al je tien kamers? En in de plaats dat ik bij jou logeer, woon je voortaan bij Mij”. Albert haalt uit zijn zak de sleutel van de voordeur en geeft het huilend aan Jezus. Nu heeft hij alles gegeven.


De volgende morgen ,het is nog donker, als iemand als een gek op de deur staat te bonzen. Albert springt angstig uit zijn bed en begint te huilen. Ojee, het is de duivel weer.

MAAR OPEENS hoort hij harde voetstappen op de plavuizen binnen in zijn woning. Het is Jezus die in al zijn heerlijkheid de voordeursleutel heeft. Het is nu Zijn taak om open te doen.

Albert is nieuwsgierig wat nu zal gaan gebeuren en hij gaat achter Jezus staan. Jezus opent de deur wijd open. Wie is het? Ach ja de duivel, wie anders. Als de duivel Jezus ziet staan in de deur, gaat zijn hoofd diep, diep naar beneden en hij zegt: “Sorry Heer, ik ben aan de verkeerde deur.”


Vaak hebben we maar negen kamers aan Jezus gegeven en hebben we op de deur van kamer tien een bordje hangen met grote letters "PRIVÉ" . Het is de kamer waar we onze geheime zonden hebben. Maar weet:  Jezus kun je niet voor de gek houden!

 

Bedenk voor het nieuwe jaar dat als je Jezus volgt, je het nooit en te nimmer alleen hoeft te doen, ook al is je weg soms moeilijk begaanbaar. Wij mogen gáán op die weg. Zonder angst. Met vertrouwen.

 

Jezus zegt in Johannes 14:6 : Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. 

 

Gerda Huizinga