Openbaring H3

Openbaring H3

Lees Openbaring H3

 

Sardes

De lange tijd van de vervolgingen van de kerk van Jezus Christus is voorbij, de kerk heeft lang geleden, maar zij heeft stand gehouden. De vraag is of, nu de vervolging met zwaard en brandstapel voorbij is, het ware geloof zal toenemen. De titel geeft te denken, zij betekent waarschijnlijk, dat wat overblijft. Als wij de tijdrekening aanhouden zoals wij die tot nog toe hebben gehanteerd, dan begint deze gemeente op het moment dat de kerk van Rome haar macht om te vervolgen verliest. Wij kunnen uitgaan van verschillende data.

 

Is dat het begin van de Reformatie, of is het pas wanneer de Paus zijn wereldlijke macht verliest in 1870, wanneer Garibaldi hem de pauselijke staten ontneemt, en de Paus zich in het Vaticaan opsluit. Of is het als hij door Napoleon wordt gevangen genomen in 1798, en het lijkt alsof zijn rol in de profetie uitgespeeld is? De 1870 datum lijkt te laat om serieus mee te dingen. Het begin van de Reformatie heeft sterke papieren, vanwege de onvolledigheid van het aannemen van alle Bijbelse waarheden door de reformatorische kerken. Hoe het ook zij, het is in ieder geval een tijd van overgang, en die begint zeker met de Reformatie.

 

Als wij de tekst lezen waar de gemeente van Sardes besproken wordt, dan lijkt het er op of de geest die heerste in de kerk van Rome nu ook heerst in deze gemeente. De gemeente die zich ontworsteld heeft aan de vervolgende kerk, en die van zichzelf denkt dat zij de waarheid bezit en leeft, blijkt dat als Jezus haar bezoekt, dood te zijn. Zij is in slaap gesukkeld. Juist door gebrek aan vervolging is de protestantse kerk op haar lauweren gaan rusten. Zij heeft de opdracht om haar leer blijvend te toetsen aan de bijbel, en alle dwalingen die zij meegenomen had uit Rome uit te bannen, niet uitgevoerd. Ook de opdracht die door Jezus zelf aan Zijn volgelingen was gegeven om uit te gaan in heel de wereld om het evangelie te verkondigen is niet uitgevoerd.

 

Is het dan allemaal kommer en kwel, is er dan voor niets een Reformatie geweest, zijn al die martelaren voor niets gestorven? Nee, er is hoop, de oproep is om wakker te worden en degenen die dreigen te sterven te versterken. Er is een oproep tot bekering, en er wordt gezegd dat er een kleine groep is die niet bezoedeld is door de heersende leer, zij zullen bij de wederkomst in witte klederen met de Verlosser wandelen.

 

Het is in deze gemeente voor het eerst dat er zo duidelijk over de wederkomst wordt gesproken. Dit is duidelijk een gemeente die deel heeft aan het voorbereidende werk dat gedaan moet worden voordat Jezus verschijnt op de wolken des hemels. Deze kleine groep die nog onbesmet is wordt deel van de grote opwekking die plaatsvindt aan het begin van de negentiende eeuw, en die over de hele christelijke wereld gaat. Het vuur dat gedoofd was moet weer aangeblazen worden. In de tijd die deze gemeente beslaat worden de contouren zichtbaar van de gemeente die haar gaat opvolgen, dat is de gemeente van Philadelphia.

 

 

Philadelphia

De stad van de broederlijke liefde, want dat is wat de naam betekent, lag ongeveer 50 kilometer ten zuidoosten van Sardes, en het is de volgende halteplaats in Azië waar Johannes bij stil staat. Dit is samen met de gemeente Smyrna de enige gemeente waarvan geen zonden worden bekend gemaakt. De naam hoort zeker bij dit tijdsgewricht, het is een tijd van grote geestelijke bloei. Het geloof en de geloofsbeleving van het individu komt weer centraal te staan. De bijbel wordt in alle talen vertaald en over de hele wereld verspreid. Zendingsgenootschappen worden opgericht, en het licht van het evangelie verspreidt zich door alle landen. De tijdsaanduiding voor deze gemeente moet dan ook samenvallen met de grote opwekking die begon in de eerste helft van de negentiende eeuw. 

 

Het enthousiasme en het vuur van die tijd lijkt nu wel wat vervaagd. Er wordt van deze gemeente gezegd dat Hij die de sleutels van David heeft een geopende deur aan deze gemeente heeft gegeven. Waar slaat die deur op, waar leidt hij heen? Het is in deze tijd dat de onbegrepen profetieën van Daniël, en andere profetieën uit het oude en nieuwe testament omtrent de wederkomt van Jezus worden onderzocht, en toegepast op hun tijd en op de wederkomst van Jezus. Dat dit niet geldt voor de christelijke kerken in het algemeen blijkt uit de woorden: Gij hebt kleine kracht. Het is een kleine groep die Zijn woord bewaard heeft, en Zijn naam niet heeft verloochend. Dan staat er een opmerking die wij al eerder zijn tegengekomen, het gaat over mensen die zeggen dat zij Joden zijn (dat wil zeggen dat zij God loven) maar zij zijn dat niet. Wie zijn zij?

 

Er staat in vers negen dat zij uit de synagoge van satan zijn, dat wil zeggen dat zij de tegenstanders van de ware gemeente zijn, maar sommigen zouden komen en bekennen, dat deze de ware kerk is. En waarom worden zij aangeduid met Joden? Zijn dit letterlijke Joden? Wat onderscheidt de gelovige jood van de christelijke gemeenschap? Is niet het meest opvallende verschil het houden van het vierde gebod, de sabbat? Er zou dus een kleine maar actieve kerk zijn, waar gelovigen uit andere kerken zich bij aan zouden sluiten, die ook uitkeken naar de komst van Christus.

 

Er zou nog een verschil zijn met andere gelovigen, in vers 12 wordt gezegd dat als zij zouden volharden in het geloof, dan zouden zij worden gemaakt tot een zuil in de tempel van God. Deze kerk zou ook een speciaal inzicht hebben in het hemels heiligdom, en het werk dat Jezus daar doet voor Zijn gemeente. Dit is een gemeente die zich onderscheidt door sabbat te vieren, een speciaal inzicht heeft in het hemels heiligdom, en volhardt in het uitzien naar Zijn wederkomst ook al lijkt het lang te duren. De belofte is dat zij de inwoners worden van het Nieuw Jeruzalem. Je zou verwachten dat deze kerk van kracht tot kracht zou groeien, onder de leiding van de Heilige Geest, en dat niets of niemand haar zou kunnen stoppen, en dat de laatste gemeente, Laodicea, die na haar komt perfect zou zijn. Ei doch.

 

 

Laodicea

De naam van deze gemeente, betekent een volk dat geoordeeld wordt, een zeer toepasselijke naam, na deze gemeente kan alleen het oordeel nog komen. Wij zijn toe aan de laatste van de zeven gemeenten. Als wij verwachten dat de kerk van Jezus Christus nu de volmaaktheid nabij is, nadat de Heilige Geest 2000 jaar aan het hart van de gelovigen heeft gewerkt, dan hebben wij het mis. De brief opent met de opmerking dat de gemeente noch warm is noch koud, waarom toch? in Philadelphia was het zo goed. Het is niet alleen wat minder geworden, nee, God staat op het punt hen uit Zijn mond te spuwen. Wanneer begint deze gemeente? Is dit iets wat in onze tijd begonnen is, of is dit de houding van een deel van de kerk van alle tijden?

 

Waarom heeft God het nodig geacht om zevenmaal opnieuw met Zijn gemeente te beginnen, is het niet omdat zij telkens opnieuw de centrale plaats van het evangelie uit het oog verloren? De precieze tijd kunnen wij moeilijk bepalen. Misschien is het wel het jaar 1994, het moment dat de protestantse en de katholieke kerk een concordaat sloten om geen leden van elkaars geloofsgemeenschap meer trachten te bekeren. Het lijkt er in ieder geval op dat wij deel uitmaken van deze laatste gemeente. Gaat het hier om een enkel kerkgenootschap, of hebben wij hier te maken met alle gelovigen?

 

Het is voor ons wel duidelijk dat er om ons heen een zekere lauwheid heerst. De alles opofferende liefde, die we mogen verwachten van gelovigen die denken de Schepper van hemel en aarde spoedig te zien komen op de wolken van de hemel missen wij nog wel eens. En toch staat er dat deze mensen van zichzelf denken dat zij rijk zijn in geloof en goede daden. Het ergste is misschien wel dat zij zeggen dat zij aan geen ding gebrek hebben, deze opmerking maakt ons blind voor onze totale afhankelijkheid van de vergevende liefde van God. Het is pas als wij onze totale zondigheid en afhankelijkheid beseffen, dat God Zijn werk in en voor ons kan doen. Het probleem van deze gemeente is niet dat zij niet werken, maar dat zij op deze werken vertrouwen om door God geaccepteerd te worden.

 

De rijkdom die zij menen te bezitten is slechts verkrijgbaar als een vrije gave van God aan degenen die overtuigd zijn van hun totale afhankelijkheid voor hun behoud van wat God in Zijn Zoon Jezus voor ons heeft gedaan. Onze eigen werken maken ons naakt, Zijn genadegaven kleden ons in het witte kleed van Christus gerechtigheid. De hoop die ons gegeven wordt is dat Jezus aan de deur van het hart van iedere gelovige staat, en Hij klopt om te worden binnen gelaten. Iedereen die die deur opent, zal met Hem op Zijn troon zitten. Wij zullen met Hem het oordeel over deze aarde en haar bewoners uitspreken. Het wordt tijd dat wij besluiten voor wie wij deze deur zullen openen. Is het Jezus, of de tegenstander?

 

Piet Westein