Jozef 2

Jozef de elfde zoon van stamvader Jakob is zeventien jaar oud als God hem roept tot profeet. Deze eerste twee parallelprofetieën die hij krijgt hebben wij de vorige keer al behandeld. Wat wij nu zullen doen is kijken wat de directe gevolgen zijn wanneer God hem [ons] roept om de profetieën uit te leggen. In het geval van Jozef was dat de dodelijke haat en nijd van zijn broeders. Ook in ons geval kan dat een directe verwijdering veroorzaken tussen onze familie en vrienden, wees daarom niet verbaasd, het is niet nieuw. Ook zullen wij daarvoor in de plaats een menigte broeders en zusters in de plaats krijgen.

 

Heeft die leeftijd van Jozef ook nog een profetische betekenis, hij wordt toch niet voor niets specifiek gegeven? Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te zien dat de zeventien jaren van Jozef de helft is van vierendertig. Jezus sterft om de zondaars van deze wereld te redden als Hij drieëndertig en een half jaar oud is, in de joodse berekening is dat vierendertig, een deel van een jaar wordt als een jaar gezien. Waarom is de helft dat is zeventien jaar zo belangrijk? Wij als mens, kunnen als God ons gebruikt als type van Zijn Zoon, nooit verder komen dan de aardse helft dat is dus die zeventien jaar. Kijk b.v. naar de geschiedenis van Isaak. Ook hij is zeventien, als hij als een type van de komende Messias, door zijn vader Abraham wordt geofferd.

 

Hoofdstuk 37 van Genesis [lees het hele hoofdstuk] begint met de boodschap dat Jakob en zijn zonen in het land van hun vreemdelingschap wonen. Dat wil zeggen niet in hun eigen land. [Alhoewel dit land hen beloofd was.] Al de tijd dat Jezus hier op aarde woont is ook Hij in een voor Hem vreemd land, Zijn woonplaats is bij Zijn Vader in de hemel, vanwaar Hij is neergedaald. Daar wij kinderen van God zijn, zullen ook wij gelovigen, hier op aarde vreemdelingen en bijwoners zijn, met een levenslange heimwee naar ons hemels tehuis. Het beroep van Jozef en zijn broers wordt in dit hoofdstuk gegeven als schaapherder. Van Jezus weten wij dat Hij de goede Herder is die Zijn leven gaf voor Zijn kudde. [Dat zijn u en ik]. Zowel Jozef als Jezus dragen een opvallend mooie mantel die hen apart zette van de mensen in hun omgeving. Die van Jozef was veelkleurig, verwijzend naar de veelkleurige wijsheid die God hem gegeven had, en ook een verwijzing naar de regenboog die God aan de mens gaf als teken dat Hij een God van het verbond is. Jezus draagt een mantel die uit één stuk geweven is, een verwijzing naar het evangelie wat Hij bracht, waaraan niemand ongestraft kan of mag toevoegen of afnemen. De mantel die wij als gelovigen te dragen krijgen is geweven op het weefgetouw in de hemel, er zit niet één draad in die door mensenhanden is gemaakt. Het is het kleed van Christus gerechtigheid dat ons wordt toegerekend. Het ziet er net zo uit als de licht klederen die Adam en Eva droegen voor de zondeval.

 

Een gevaarlijke opdracht.

Op een dag stuurt vader Jakob zijn zoon Jozef op een missie die hem bijna zijn leven kost. Hij moet zijn broers opzoeken en zien hoe het met hen gaat. Na enig omzwerven vindt hij hen in Dothan [land van de twee bronnen]. Als zijn broers hem in de verte zien aankomen, beginnen zij direct een plan te beramen om hem te doden. De reden dat hij in hun ogen dood moet is gelegen in het feit dat hij de van God gegeven profetieën aan hen heeft verkondigd en ze op zichzelf heeft toegepast. Hier zien wij wel heel duidelijk dat Jozef een type is van de komende Messias. Ook Jezus wordt door Zijn Vader naar Zijn eigen volk, gestuurd, ook in Hem gaan alle heilsprofetieën in vervulling. Zowel Jozef als Jezus worden [onder]koning. Jozef wordt onderkoning van Egypte, Jezus regeert vanaf Zijns Vaders troon over het universum. Ook Hij wordt door zijn eigen volk gehaat. Uiteindelijk wordt Jezus door Judas [Juda] verraden en in de handen van een vreemd volk verkocht voor dertig zilverstukken. Jozef wordt, op aanraden van zijn broer Juda, in de handen van de Ismaëlieten verkocht voor twintig zilverstukken. Bij beiden wordt hun met bloed besmeurde mantels van het lijf gerukt en komen zij naakt in de hand van hun vijanden.

 

Als Jozef eenmaal bij zijn broers aankomt, wil Ruben de oudste, hem uit de hand van zijn broers redden, maar hij durft hier niet voor uit te komen. Hij stelt voor om hem in een droge waterput te gooien. De waterputten van deze wereld beloven altijd meer dan dat zij kunnen geven. De naam van deze plaats was toch Dothan? Dit was de plaats van de twee bronnen, één was kennelijk droog en daar wordt Jozef in gevangen gehouden. Ook Jezus wordt als Hij in het huis van Kajafas is die nacht in een diepe put gevangen gehouden [Wij hebben die put zelf mogen zien toen wij in Israël waren].  De andere put moet wel water hebben gehad anders hadden zij hun kudde daar niet kunnen weiden. Die put met water is een beeld van het woord van God, dat nooit teleur stelt.

 

Als zijn broers Jozef in de put hebben gegooid gaan zij zitten om te eten en te drinken, dit is een feestmaaltijd, zij hebben die profeet monddood gemaakt. Zij willen nu wel eens zien wat er van die profetieën terecht komt. Het vreemde is dat juist door hun oppositie tegen de profeet en zijn profetie deze in vervulling zal gaan. Hetzelfde gebeurt als Jezus verraden is, verkocht wordt en uiteindelijk de kruisdood sterft, al de profetieën worden hierdoor vervuld. Terwijl Zijn tegenstanders juist denken dit met Zijn dood te kunnen voorkomen.

 

Broeders en zusters denkt u dat het ons anders zal vergaan dan Jozef of Jezus? Wij zijn takken van dezelfde boom als zij. Ook wij zijn een profetisch volk ook over ons is al duizenden jaren geleden geprofeteerd door Jezus dat als zij dit aan Hem, het groene hout, zouden doen hoe zou het dan ons, het dorre hout vergaan? Wij zien in dit stukje dat Jozef naar zijn broers wordt gezonden door een bezorgde Vader die wil weten hoe het met zijn kinderen gesteld is. Wij zien in Jezus, God de Vader die Zijn Zoon naar deze aarde stuurt om Zijn kinderen die Hij liefheeft te redden. Uiteindelijk zien wij dat God de Vader in de eindtijd een profetisch volk roept en hen uitstuurt over de hele wereld, met een profetische, drie engelen boodschap. Het is niet ondenkbaar, dat in het verlengde van wat met Jozef en Jezus gebeurde, dat zulke dingen ook met dat laatste profetische volk zullen gebeuren.

 

Is het u ook al opgevallen dat deze Ismaëlieten, die Jozef voor 20 zilverstukken kopen, drie soorten handelswaar vervoeren? Er staat dat hun kamelen gom, balsem en hars vervoerden. Onze Jozef wordt gelijk met deze koopwaar naar Egypte vervoerd. Als Jezus naar Egypte vlucht met Zijn vader en moeder hebben zij ook drie met name genoemde dingen bij zich. De schrift zegt dat de wijzen hen mirre, wierook en goud gaven. Ook hier is het een Jozef die deze kleine karavaan leidt.

 

Wie was het bokje?

In vers 31 staat dat de broers van Jozef het pronkkleed van Jozef nemen en een geitenbokje slachten. Dan nemen zij de mantel van Jozef en dompelen hem in het bloed van dat geslachte bokje. Op het eerste gezicht helemaal niet vreemd, het lijkt net echt. Zo moeten zij hun vader om de tuin leiden en hem doen geloven dat een wild dier hem heeft verslonden. Mijn vraag is echter hoe komen schaapherders aan een geitenbokje? Het was normaal geweest als zij een jonge ram hadden genomen, dat was uiteindelijk een mannetjes schaap, en daar hadden zij er plenty van. Ik denk dat wij, die de offerdienst van de tabernakel en de tempel kennen, weten dat het bokje alleen geslacht werd op grote verzoendag. Dan werd het heiligdom gereinigd. Op de bok voor de Here werd geen met zonde beladen hand gelegd, zijn bloed bleef rein. Dat moest ook wel want met dit bloed werd het heiligdom gereinigd. Daarom werd hier, als type, een bokje gebruikt, want zowel Jozef, als ook later het antitype Jezus, waren schuldloos.

 

Jozef verdwijnt uit het zicht van zijn rouw dragende vader. Zijn neven [de Ismaëlieten] verkopen hem, uiteraard met winst, [30 zilverstukken?] aan het hoofd van de lijfwacht van Farao.

 

    Piet Westein

 

P.S.

Ik hoop dat het een beetje goed afloopt met Jozef, maar ik hou mijn hart vast.