Jozef 10

Jakob, de vader en de zoon van een profeet

 

Van de 17 jaar tussen de komst van Jakob en zijn familie naar Egypte, tot Jakobs dood, weten wij nauwelijks iets van de aartsvader af. Slechts over de laatste dagen van zijn leven horen wij iets. Van Jozef weten wij dat hij buiten Farao de machtigste man is. Ook weten wij dat die macht van jaar tot jaar tijdens de hongersnood toeneemt als hij de Egyptenaren tot de bedelstaf brengt, door hen een zware belasting op te leggen. Het gevolg van die belasting is dat Farao onmetelijk rijk wordt en zijn onderdanen arme slaven. Wij mogen aannemen dat Jozef daar zelf ook schatrijk door is geworden. Omdat Jozef getrouwd was met de dochter van de priester van On, de zonnegod, [priesters hoefden geen belasting te betalen] viel hijzelf buiten welke belasting dan ook. Of Jozef aan het einde van de hongersnood even populair was bij de Egyptenaren als aan het begin waag ik te betwijfelen.

 

Van de laatste jaren van Jakob staat dat zijn kinderen vruchtbaar waren en zich vermenigvuldigden. Wij mogen aannemen dat het volk van Israël [de nakomelingen van Jakob] niet onder de belastingdruk van Jozef zuchtten. Hij zal ze van alle kanten hebben bevoordeeld, ook niet iets waardoor je populair wordt als asielzoeker. [Zij zouden dat nog wel ervaren].

 

Als Jakob voelt dat zijn einde nadert, laat hij Jozef en zijn zonen bij zich komen. Jozef brengt zijn zonen, Manasse en Efraïm, bij zijn vader om de zegen van Jakob te ontvangen. Daar de ogen van Jakob grijs van de staar waren, [zijn vader Izaäk had dat ook gehad] was hij zo goed als blind, en kon hij niet waarnemen welke zoon van Jozef Manasse was en welke Efraïm. Als Jakob hoort dat dit de twee oudste zonen van Jozef zijn zegt hij: Deze twee zonen van je gaan mij toebehoren. Zij zullen voor mij zijn als Ruben en Simeon. De andere zonen die je verwekt hebt en die je nog zal verwekken zullen naar jouw naam genoemd worden.

 

De zegen

Jozef stelt zijn zonen zo op dat de rechterhand van Jakob op het hoofd van Manasse zal komen, hij is de eerstgeborene. Maar Jakob kruist zijn armen zodat Efraïm de zegen van het eerstgeboorterecht krijgt. Het is vooral Jozef die deze bijzondere zegen ervaart. Het is Jozef, die een dubbel erfdeel onder zijn broeders krijgt. Dit was normaal gesproken voorbehouden voor de oudste zoon. Het heette niet voor niets: Het eerstgeboorterecht. Hier worden tien zonen overgeslagen en gaat de dubbele zegen naar de oudste zoon van de geliefde vrouw van Jakob, dat is Rachel, Jozef is de elfde in de rij van Jakobs zonen. Nadat Jakob het eerstgeboorterecht heeft geregeld, laat hij al zijn andere zonen roepen. Ook zij zullen een zegen ontvangen.

 

Een profetie als zegen

 Als al de zonen van Jakob rond zijn ziekbed verzameld zijn zegt hij: Kom bijeen, zodat ik jullie bekend maak wat er in de toekomst met jullie zal gebeuren. Kom bijeen en luister naar uw vader Israël. 

Hier op zijn sterfbed, noemt Jakob zich bij zijn nieuwe naam, Israël. Van nu aan zullen de nakomelingen ook bij die naam genoemd worden. De strijd die Jakob bij de Jabbok heeft gestreden en de overwinning die hij daar heeft behaald, de zegen die hij daar van God kreeg voor zijn volharding in het geloof, dit alles wordt nu zijn zonen toegerekend, alsof zij zelf die strijd gestreden hebben. Dit is een typisch beeld van de antitypische vervulling die komen zou door de overwinning die Christus behaalde voor alle gelovigen aan het kruis op Golgotha. Zoals in Jakob=Israël een letterlijk volk Israël ontstond, zo ontstond aan het kruis een geestelijk volk Israël, niet volgens een bloedlijn, maar door het geloof in het volbrachte werk van Jezus. Zoals de zonen van Jakob een nieuwe naam kregen door de overwinning van hun vader, zo krijgen ook wij een nieuwe naam van de Overwinnaar Jezus Christus.

Eén voor één noemt Jakob zijn zonen. Hij zegt wie ze zijn, en dat is niet altijd even mooi en wat er gaat gebeuren met ze, ook daar kon je niet altijd zo blij van worden. Het is tenslotte Juda, waarvan hij zegt dat zijn broeders hem zullen loven, omdat de Messias uit zijn stam geboren zal worden. Is het niet vreemd dat de man die de naam draagt: Ik zal God loven, te horen krijgt dat zijn broeders hém zullen loven. Is het niet zo dat Jezus zichzelf onze oudste broeder noemt en dat wij Hem eenparig zullen roemen voor de overwinning die Hij voor óns behaald heeft?

Hoewel de Schrift zegt dat wij in het geloof kinderen van Abraham zijn, zijn wij in zijn kleinzoon Jakob=Israël geloofsoverwinnaars. Maar wij zullen met en in Juda Godlovers zijn, net als zijn broeders hadden moeten zijn.

Je zou verwachten dat hier de geschiedenis van Jozef, zijn vader en zijn broers zou eindigen. Ware het niet dat Jozef pas 57 jaar oud is als zijn vader de geest geeft. Jozef zou na de dood van zijn vader nog 53 jaar leven, hij zou 110 jaar oud worden. Jozef heeft in die jaren de eerste explosieve groei van het volk Israël meegemaakt.

 

De eerste uittocht uit Egypte

Omdat Jakob bevel had gegeven dat zijn lichaam begraven zou worden in het graf van zijn voorgeslacht liet Jozef hem balsemen. Bij de tocht naar het beloofde land trokken alle mannen van Israël mee en alle dienaren van Farao, een geweldige stoet. Zij deden dat nadat zij toestemming van Farao hadden gekregen. De Farao van de tweede uittocht honderden jaren later zou een harde les moeten leren omdat hij het volk van God níét wilde laten gaan.

 

17+17=33 1/2

De bovenstaande rekensom lijkt een beetje vreemd. U weet natuurlijk wel dat het 34 is. Maar ik vind het meer dan toevallig dat Jozef de eerste 17 jaar van zijn leven bij zijn vader Jakob woont. Waarna hij door God geroepen wordt, door twee profetieën, om de weg te bereiden in Egypte als een verlosser voor zijn familie. Omdat noch zijn broers, noch zijn vader en zelfs Jozef zelf niet stilstaan bij het feit dat dit past in de uitleg van die profetieën die God hem gegeven had. Die zeventien jaar zien wij telkens weer opduiken als God een jong iemand roept voor Zijn dienst. Of dat nu de aartsvader Izaäk is, of David, de discipelen, of zelfs Ellen White. God schijnt een voorliefde te hebben voor jonge mensen om Zijn boodschap te verkondigen.

 

Die 17 Jaar is de helft van de tijd die Jezus op aarde leefde. Aangezien Jezus én mens én God was, verwijst die eerste 17 Jaar naar de aardse kant van Jozef en die tweede 17 jaar als Jozef weer met zijn vader herenigd is naar de geestelijke kant. Ook in die twee maal 17 zien wij een typische verwijzing naar het werk van de Verlosser die komen zou.

Jezus stierf aan het kruis toen Hij 33 jaar en zes maanden oud was. Nu is dat in de Joodse tijdrekening 34 Jaar, omdat zij een déél van een jaar als een jaar rekenen. Jozef is in vrijwel alle facetten van zijn leven en handelen een type van de komende Messias.

 

De angst keert terug

Als de zonen van Jakob terugkomen uit Kanaän, na de begrafenis van hun vader, steken zij hun koppen bij elkaar. Zij overleggen hoe zij nu met Jozef en hun uitstaande schuld om moeten gaan. Nu hun vader hen niet meer kan beschermen, verwachten zij dat Jozef zich op hen zal wreken voor wat zij hem in zijn jeugd hebben aangedaan. Zij besluiten hem te vertellen dat hun vader hen geboden heeft tegen hem te zeggen dat hij hun de zonden moet vergeven. Dat dit niet helemaal waar is deert hen niet zo. Jozef hoort hen aan en begint te huilen over het feit dat zij hem nog steeds wantrouwen.

 

Hij vertelt hun nogmaals dat het God was die in Zijn voorzienigheid hem naar Egypte heeft gestuurd om hen in leven te houden. Hij vraagt slechts één ding van hen, en dat is dat wanneer God hen tenslotte uit Egypte zal leiden naar dat land van de belofte dat zij hem net als zijn vader mee zullen nemen en hem daar begraven. De laatste profetie die Jozef uitspreekt is: God zal zeker naar u omzien en dan zullen jullie mijn gebeente met jullie meevoeren. Zo begint het verhaal van Jozef niet alleen met een profetie maar het eindigt er ook mee.

Hier moeten wij afscheid nemen van Jozef en zijn wederwaardigheden. Ik heb mij nog nooit gerealiseerd dat er zoveel over hem te vertellen was. Ook bij het feit dat er in zijn leven en handelen zoveel verwijzingen zijn naar de komende Verlosser heb ik niet altijd stilgestaan. Zo ziet u maar, het is goed om die oude geschiedenissen van tijd tot tijd opnieuw te bestuderen. Ik vraag mij af of daar ooit wel een einde aan zal komen?

 

Piet Westein

 

P.S.

Vinden jullie het ook zo vreemd dat de broers van Jozef nog leven als hij op zijn 110de jaar sterft. Hij is uiteindelijk de één na jongste zoon van Jakob. Ik vraag mij af hoe oud die anderen dan geworden zijn?