Elia en Elisa en de overdracht van de mantel

Elia en Elisa en de overdracht van de mantel

Hoewel noch Elia noch Elisa een bijbelboek op hun naam hebben staan, zijn het toch twee van de grote profeten van hun tijd. De geschiedenis van Elia vinden wij hoofdzakelijk in het eerste, en die van Elisa in het tweede boek van de Koningen.

 

De naam van Elia betekend Jahwe is God, dit is ook precies het centrale deel van zijn verkondiging. Als hij heel Israel bij elkaar roept op de berg Karmel, dan is zijn vraag aan het volk, wie is God? Als Baal god is, dien hem, als Jahwe God is, dien Hem. Zijn hele leven en zijn verkondiging staan in het teken van bekering. Zijn oproep is: vreest God en geeft Hem de eer want het oordeel gaat over de wereld. Wij zien dat, in de dood van alle profeten van Baal en Astarte, iedereen die God niet dient, sterft. Als hij aan het einde van zijn loopbaan is gekomen zoekt hij, een door God met name genoemde opvolger.

 

Als hij op weg is ziet hij een jonge man bezig met het ploegen van zijn vaders land. Het moet een schatrijk iemand geweest zijn want hij heeft twaalf span ossen. Als wij beseffen dat een boer met één span ossen al rijk was, dan is twaalf span extreem. Als wij dan zien hoe die roeping van Elisa gaat, dan schuilt er in die roeping misschien wel meer dan een oproep om profeet te worden.

Er waren in Israel veel profeten, maar er waren er maar weinig die door God bij naam werden geroepen, en met wie Hij sprak van aangezicht tot aangezicht. Als hier door God een opvolger wordt gekozen voor het profeten ambt, mogen wij kijken of in de roeping zelf ook een profetie verborgen is. Het getal twaalf zou kunnen wijzen op de twaalf stammen van het volk Israel, de profeet werd geroepen om als een herder voor hen te zorgen. De mantel die hem wordt toegeworpen, is het uiterlijk teken van de waardigheid van het profetenambt.

 

De mantel van een profeet werd gemaakt van kamelenhaar, daar kon je een profeet direct aan herkennen. Een priester droeg een linnen kleed, en een koning een rood geverfde wollen mantel. Je kon de functie aflezen aan het kleed dat de persoon droeg. Die mantel zien wij voor het eerst als Elia op de berg Horeb God van aangezicht tot aangezicht ontmoet, en hij de opdracht krijgt om Elisa als zijn opvolger te zalven. Misschien verwijst de mantel hier naar ons aardse lichaam, dat het onmogelijk maakt om God te zien, want de profeet gebruikt zijn mantel om zijn gezicht te verbergen.  Later zullen wij die mantel weer een belangrijke rol zien vervullen. Elisa vraagt, als hij geroepen wordt tot het ambt van profeet, of hij de tijd krijgt om afscheid te nemen van zijn ouders, dat lijkt een heel normale vraag. Maar het antwoord van de profeet is vreemd, hij zegt wat heb ik gedaan? Ga maar weer gauw terug. Dat doet ons denken aan de uitspraak van Jezus als Hij zegt: wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig.

 

Dan zien wij hoe Elisa een span runderen neemt en het slacht. Als het zo is dat die twaalf span runderen staan voor de twaalf stammen van Israel, dan moet er in Israel ook één van de stammen zijn weggevallen. Dat is de stam van Levi, deze stam kreeg geen erfdeel met de andere stammen. Zoals Elisa een span ossen offert en er elf span overblijven, zo blijven er elf stamvaders over, en de stam van Levi is de stam die gaat offeren voor heel Israel.

 

In het tweede hoofdstuk van het tweede boek van de Koningen zien wij de ten hemel opneming van Elia, en de overdracht van het profeetschap van Elia naar Elisa. Het lijkt geen geheim te zijn geweest, want Elia wist het, Elisa wist het, en alle profeten die zij op hun weg naar het overjordaanse tegenkomen weten het. Zij weten zelfs specifiek dat hij ten hemel zal worden  opgenomen. Nadat Elia een aantal malen er op heeft aangedrongen dat Elisa achter zou blijven, en hij dat weigerde, geeft Elia aan Elisa de mogelijkheid om een wens te doen. De wens van Elisa is dat hij een dubbel deel van de Geest die op Elia rust zal krijgen. Wat is dat een dubbel deel? Is dat tweemaal zoveel? In de tijd van het oude testament was het de gewoonte om aan de oudste zoon een dubbel deel van de erfenis te geven. Wat Elisa dus eigenlijk vraagt is maak mij erfgenaam van u. En omdat er niet gesproken wordt over andere erfgenamen, vraagt hij in wezen de hele erfenis, alle kracht die op Elia rustte, wilde hij voor zichzelf hebben, om een goed profeet van God te kunnen zijn. Elia zegt hem dat toe onder voorwaarde dat God hem de ten hemel opname ook laat zien.

 

Terwijl zij lopen te spreken, zijn daar ineens een wagen en paarden die de indruk geven dat zij van vuur zijn, en daar is het geluid van een stormwind. Wat moeten wij van deze dingen denken? Zijn zij letterlijk, en zo ja wat betekenen zij, waar wijst het op?

Ik denk dat het een beeld is van de wederkomst. Als Jezus komt op de wolken, dan zal volgens Peterus de aarde door vuur vergaan. Als Jezus ten hemel vaart lezen wij niet van deze spectaculaire dingen. Hij verlaat deze aarde zonder vuur of stormwind, maar er zijn wel twee engelen die zeggen dat Jezus ook weer op de wolken zal terug komen. Jezus bewaart het vuur en de stormwind kennelijk tot zijn wederkomst.

 

Nu zien wij weer de mantel van Elia, deze keer valt de mantel op de grond, Elia zal hem nooit meer nodig hebben, hij wordt bekleed met de gerechtigheid van Christus. Elisa neemt zijn eigen mantel en scheurt hem in twee stukken. Hij had gevraagd om een dubbel deel van de Geest die in Elia was, maar dat betekende dat hij een nieuwe mens moest worden. Zijn eigen mantel staat voor de oude mens, die werd afgelegd en onbruikbaar gemaakt, de oude mens, sterft, en Elisa wordt wedergeboren.

 

Als Elisa eenmaal de mantel van Elia draagt zien wij dat hij ook dezelfde wonderen doet als zijn voorganger, dus is de mantel hier een uiterlijk teken van wat er inwendig in hem is veranderd. Ook hij slaat met de mantel op het water, en klieft de Jordaan. Het oversteken van de Jordaan is een beeld van het ingaan in het hemels Kanaän, alleen het profetisch volk zal daarin ingaan, iedereen die geloofd heeft in wat de profeten hebben geprofeteerd.

 

De andere profeten die hebben staan wachten bij de Jordaan, zien direct aan dit wonder dat hij de Geest en de kracht van Elia heeft. In de eindtijd zullen er veel kerken zijn maar er is er slechts één die de boodschap van Elia verkondigt.

 

Zowel Elia als Elisa en hun wonderbare daden wijzen naar onze tijd, de tijd vlak voor de wederkomst. Elia staat voor de gelovigen die nog in leven zijn bij de wederkomst, ook zij zullen levend worden opgenomen. Maar waar staat Elisa dan voor? Als Elisa eenmaal is gestorven en begraven, dan wordt er tijdens een overval een dode in zijn graf geworpen. Op het moment dat het lijk de beenderen van Elisa raakt, wordt hij weer levend. Hier staat Elisa voor de gelovigen van alle tijden die weer opstaan bij de wederkomst.

 

Hiermee is het hoofdstuk nog niet afgelopen, er volgen direct na zijn terugkomst twee wonderen, wij moeten die in het geheel ook een plaats geven. De mannen van de stad zeggen dat het water daar misgeboorte veroorzaakt. Elisa vraagt of zij een nieuwe schotel met zout willen brengen, hij werpt het zout in het water daarna is het water weer gezond. Jezus vergelijkt Zijn woorden met levend water. Het water uit de bron staat voor wat deze wereld te bieden heeft. De kennis van deze wereld brengt geen levensvatbare mensen voort. Wij moeten gevoed worden met de woorden die uit de mond van God komen.

 

Hoe zit dat met dat zout en die nieuwe schotel? De nieuwe schotel zijn degenen die wedergeboren zijn, het zout is volgens Jezus de mens die het evangelie verkondigt en uitleeft: jullie zijn het zout der wereld. En waar Elisa de nieuwe profeet (nieuwe schotel) is voor zijn tijd, en de oproep tot bekering brengt (de woorden van God zijn het zout), zo zijn ook wij geroepen om nieuwe mensen te zijn in Christus, wij moeten smaak geven aan het evangelie, wij moeten net als Elia en Elisa oproepen tot bekering. Wij moeten verkondigen in de kracht van Elia en Elisa, wij moeten de wereld waarschuwen voor een God die te komen staat, en die wij slechts kunnen ontmoeten als wij ons bekeren.

 

Piet Westein