De Zaaier (2)

De Zaaier (2)

Nadat Jezus de gelijkenis van de zaaier heeft verteld en uitgelegd, vertelt Hij weer een gelijkenis van een Heer die zaad zaait. Maar hier valt het allemaal in de akker en het groeit allemaal op. Maar in deze gelijkenis zien wij duidelijk dat er een tegenstander in het spel is.

 

Nadat de Heer het goede zaad gezaaid had ging men slapen, en terwijl men sliep kwam er een vijand die er onkruid tussen zaaide. God is hier de Heer die het goede zaad zaait, zijn vijand is satan, die als de mens slaapt er onkruid tussen zaait. Dan komen zijn knechten en wijzen Hem op het onkruid, en bieden aan om het onkruid te verwijderen maar Hij wijst dat af en zegt hen te wachten tot de oogst.

 

Volgens de uitleg die Jezus geeft is de akker de wereld en is het goede zaad de gelovigen en zijn de slaven de engelen. Maar als wij de gelijkenis op de individuele mens van toepassing laten zijn, dan is de mens de akker en is het woord van God het zaad, dan is het onkruid dat gezaaid wordt de afwijkende leer van satan die de kans krijgt zijn leugens te zaaien in ons hart als wij niet opletten (slapen).

 

Als Jezus zegt dat het onmogelijk is dat het onkruid verwijderd wordt tijdens de groeiperiode dan waarschuwt hij ons niet alleen dat wij onze medemensen niet moeten veroordelen, met name onze medechristenen, maar ook dat in ons eigen hart hardnekkige zonden kunnen zijn die pas bij de wederkomst voorgoed uitgerukt zullen worden.

 

Is dit een oproep om maar in zonde te blijven leven? Zeker niet! Maar het is wel een bemoediging om geduld te hebben met de zondaars om ons heen. De broeders en zusters in de gemeente waarvan wij denken dat zij nog te veel tekortkomingen hebben, en de zonden en zwakheden in ons eigen leven, die ons soms moedeloos maken. De oproep van God aan ons die het goede zaad hebben ontvangen is dan ook, val niet in slaap zodat de vijand geen gelegenheid krijgt om zijn onkruid te zaaien.

 

Piet Westein