De Sedermaaltijd

De Sedermaaltijd

De sedermaaltijd

Als het volk van Israël vierhonderd jaar in Egypte heeft gewoond, onder wisselende omstandigheden, komt er een tijd dat de heersende Farao angst krijgt voor dat volk. Het volk is met slechts zeventig mensen het land binnen gekomen en nu dreigt het de Egyptenaren in aantal voorbij te streven. De druk op het volk wordt door de Egyptenaren steeds verder opgevoerd, totdat zij besluiten dat alle jongetjes die geboren worden in de Nijl worden geworpen. Het is op dit moment dat God ingrijpt, Hij heeft aan Abraham beloofd dat Hij hen het land Kanaän zou geven om in te wonen, maar dat zij eerst vierhonderd jaar in een vreemd land zouden wonen, waar zij zouden worden verdrukt. De profetie die God gesproken heeft was tot nu toe uitgekomen, en de vierhonderd jaar waren voorbij. Ook de profetie dat zij een groot volk zouden worden was vervuld, en het hele volk riep aan God om de verlossing uit dit slavenhuis.

 

Mozes

Terwijl het volk het uitschreeuwt van ellende en zij zelf hun kinderen in de Nijl moeten werpen, grijpt God in zonder dat iemand het merkt. Als er een kind geboren wordt dat ook geen levens verwachting mag hebben, moet hij ook de dood vinden in de rivier. God kiest er voor om dit kind te redden, hij wordt door zijn vader en moeder in een met teer dicht gemaakt mandje in de Nijl gelegd, dit wordt bewaakt door zijn zus. Als de dochter van Farao komt om in de rivier te baden vindt zij dit kind en neemt het aan als haar eigen zoon. Door deze speling van het lot lijkt het dat hij van zijn volk verwijderd zal raken en verder voor hen niets kan betekenen. De God die hem voor een bepaalde taak voorbestemd had heeft echter andere plannen. Het is aan het hof van Farao dat hij een goede opleiding krijgt om een volk te leiden, alleen zal dat niet Egypte zijn maar Israël. Het is pas na tachtig jaar en veel wederwaardigheden dat God hem rijp acht om zijn roeping uit te voeren, het is dan dat God hem achter de schapen vandaan haalt om Zijn volk uit Egypte te redden.

 

Het volk van Israël

Wie is dit volk, waarom heeft God hen gekozen? De stamvader Abraham is door God uit Ur, een landstreek tussen de rivieren Eufraat en Tigris, geroepen. God heeft uit hem een groot volk doen komen wat Hij hem ook onder ede beloofd had. Hoe kan het dat zeventig mensen in zo’n korte tijd zo’n groot volk konden worden, terwijl de Egyptenaren die al een groot volk waren nauwelijks in aantal toenamen? Uit de geschiedenis blijkt dat er twee hoofdoorzaken zijn aan te wijzen. Ten eerste werd er in Egypte veel binnen de familie getrouwd, zelfs binnen het eigen gezin, zodat de kinderen die geboren werden verzwakt ter wereld kwamen.

Wij zien dat met name bij de heersende klasse, de Farao’s trouwden altijd met hun zus, zodat er na drie generaties geen levensvatbare kinderen meer werden geboren. Dit is gelijk ook de reden dat er zoveel dynastieën waren die elkaar snel opvolgden. De tweede reden is een lakse seksuele moraal, zeventig procent van de skeletten die men nu uit die periode onderzoekt zijn gestorven aan geslachtsziekten. En hoewel het natuurlijk zo is dat God ook een lijdende hand had om zijn volk vruchtbaar en groot te maken, kon dat alleen maar als zij luisterden naar Zijn geboden. Daarbij had Hij hen ook nog goede voedingsregels voorgeschreven, terwijl de Egyptenaren alles aten wat zij maar wilden.

 

De test

Als Mozes tachtig jaar geworden is, roept God hem uit de ballingschap waarin hij woont. Toen hij veertig jaar oud was, heeft hij geprobeerd om met geweld zijn volk te helpen, hierdoor was hij een moordenaar geworden, hij had een Egyptenaar dood geslagen. Nu hij oud geworden is en zijn volk bijna is vergeten, komt God en roept hem op om Zijn volk uit Egypte te leiden, naar het land dat Hij hen had beloofd.

God gaf aan Mozes drie tekenen, het eerste was het wonder van de brandende doornstruik die niet verteerde. Dorens en distels zijn in de bijbel sinds de zondenval een beeld van de zonde. God kiest deze verschijning om te laten zien dat Hij bij de zondaars wil wonen zonder dat Hij hen verteert.

Het tweede teken is de staf die in een slang verandert als hij hem op de grond gooit. Die slang is natuurlijk een beeld van satan, die ons geen kwaad kan doen als wij handelen naar Gods wil en zolang wij niet steunen op onze eigen gerechtigheid.  De hele geschiedenis die nu volgt is in het kader van de grote strijd tussen God en satan met als inzet de verlossing van Gods volk.

Het derde teken dat God aan Mozes geeft is dat van de hand die hij in zijn boezem moet steken en die er dan melaats uit komt.

Door heel de bijbel zien wij melaatsheid als een beeld van de zonde, ook hier gebruikt God dit teken om Mozes te overtuigen dat hij zondig is en dat God ondanks die zonden hem heeft uitgekozen Zijn volk uit dat zondige land uit te leiden. Als Mozes de eerste maal zijn hand in zijn boezem steekt ziet hij zijn zonden (melaatsheid), de tweede maal is zijn hand rein. God is bij machte onze zonden weg te nemen, en ons te reinigen van alle ongerechtigheden.

Ondanks deze grote tekenen weigert Mozes drie maal om te gaan, totdat God hem vertelt dat zijn broer Aäron hem zal bijstaan. Het is door deze angstige, oude en ongehoorzame man dat God Zijn volk uitleidt.

 

Tien waarschuwingen en een plaag

Als Mozes in Egypte komt en zich bij Farao meldt, is de reactie van Farao: wie is die God, ik ken die God niet, ook zal ik Israël niet laten gaan. Na de weigering van Farao volgen de tien wonderen die wij gewoonlijk de tien plagen noemen, maar die in wezen tien waarschuwingen aan Egypte zijn om zich te bekeren en het volk te laten gaan.

Het eerste teken is dat het water van Egypte in bloed wordt veranderd. Het eerste wonder dat Jezus doet als Hij zich openbaart is dat Hij water in wijn (druivenbloed) veranderd. Die wijn was een teken van de verlossing door Zijn bloed. Ook de Egyptenaren hadden als zij geluisterd hadden deel kunnen hebben aan deze verlossing. Tienmaal wijzen zij de verlossing af ondanks de grote wonderen die God als waarschuwingen stuurt. Uiteindelijk sterft Farao en zijn hele leger in de Rode zee als hij het volk van God dreigt te vernietigen.

 

Tussen negen en tien

Voor  de verderfengel over Egypte komt en al de eerstgeborenen sterven, geeft God een manier om aan de dood te ontkomen. Het lijkt heel simpel maar je moest wel gehoorzamen. Men moest het bloed van een lam of een bok nemen en dat aan de deurpost smeren met een bundeltje hysop. Dat bloed wees natuurlijk op het bloed van Christus, die komen zou om Zijn leven te geven zodat wij kunnen leven.

 

De sedermaaltijd is vol symboliek, en vindt plaats tussen de negende en de tiende plaag.  De informatie hiervoor vinden wij in Exodus twaalf. God geeft het volk van Israël om te beginnen een nieuwe kalender. De tijd werd gewoonlijk bij ieder volk berekend aan de hand van de regerende vorst of vorstenhuis. Nu kwam er in Israël ook een nieuwe vorst, maar dat zou niet Mozes zijn, God  Zelf zou over hen regeren. De Bijbelse kalender begint daarom bij de uittocht uit Egypte, de koning die gaat regeren is God Zelf. Later als zij in het beloofde land wonen en na de tijd van de richters  een eigen koningshuis hebben, nemen zij ook een koningskalender net als alle andere volken, en wijzen hiermee eigenlijk God als koning af.

 

Op de veertiende dag van de eerste maand (Nissan), moesten zij een  lam of een bok slachten en het bloed aan de deurposten smeren. God zou een engel door heel het land zenden om te zien wie hij kon behouden van de eerstgeboren zonen. Iedereen die onder het bloed van het Lam was werd behouden. Iedereen die dat bloed afwees ging verloren, de oudste zoon stierf onmiddellijk maar ook de rest kon slechts behouden worden als zij zich tot de God van Israël bekeerden.

Dan was er op iedere tafel ongezuurd brood, het zuurdesem moest uit ieder huis worden weg gedaan. Het zuurdesem was een symbool van de zonden die zij van de Egyptenaren hadden overgenomen en die zij in Egypte moesten achterlaten. Zoals gist het hele deeg zuur maakt zo zou als zij de zonden van de Egyptenaren (de afgodendienst) meenamen het hele volk met zonden beladen worden. Veertig jaar hebben zij eten gegeten zonder gist (Manna), hoewel wij niet kunnen zeggen dat zij die veertig jaar een toonbeeld waren van zondeloosheid.

Verder moest men zorgen dat er bittere kruiden in huis waren, deze waren het symbool van het bittere leed dat zij ervaren hadden, door de harde arbeid waartoe zij in Egypte werden gedwongen. Ook wij lijden aan deze kant van de eeuwigheid bitter, omdat satan ons door onze zonden bitter laat lijden. Ook wij moeten de zonden afleggen en achter ons laten als wij uit deze wereld uittrekken en inwoners worden van dat koninkrijk van God.

 

Hier en nu

Als mensen tegenwoordig een sedermaaltijd hebben, worden er vaak andere rituelen bij gevoegd, al naar gelang het land waar men is, of welke geloofsrichting men aanhangt. Zoals het bittere kruid wat men in zout water doopt en zo eet. Dit is een beeld van de tranen die men weende in Egypte. Ook bij het huidig Jodendom zijn er nogal verschillen in het vieren van deze maaltijd. Sommigen dragen een gebedsmantel en soms dragen zij een staf in de hand en eten het staande en gehaast, zoals het geschreven staat in Exodus negentien. Voor de meeste mensen die het vieren is het echter een groot feest met een al dan niet geestelijke strekking.

 

Voor anderen (met name christenen) is het niet alleen een terug zien naar de uittocht uit Egypte, maar ook het beleven van de dood van de eerstgeboren Zoon van onze hemelse Vader. Waar men in Egypte het bloed van het lam met hysop aan de deurpost moest aanbrengen, daar zien wij dat Jezus een spons met zure wijn te drinken krijgt op een hysop stengel. Ook bij Hem kwam die engel des doods, maar bij Hem ging hij niet voorbij, want Hij was het ware Lam en door zijn bloed worden wij behouden. Verder is er bij de protestantse christenen nog het profetische deel, het vooruit zien naar de wederkomst, wanneer wij uit zullen trekken van deze zondige wereld, naar dat zondeloze rijk waar wij voor eeuwig onze grote Koning zullen aanbidden en wij een eeuwige kalender krijgen.

 

Piet Westein