15. Een kruikje met olie

De geschiedenis die wij nu bestuderen is slechts te verstaan tegen de achtergrond en de gewoonten van de tijd die behandeld wordt. Het gaat over een vrouw van een profeet wiens man recentelijk overleden is. In die tijd was het niet ongewoon dat een schuldeiser kon komen als de kostwinner overleed, en alles en iedereen kon verkopen tot de schuld was afgelost (dit is in de tijd van vóór de schuldsanering). In dit verhaal zien wij dan ook dat deze weduwe bij de profeet aanklopt om hulp. De schuldeiser is gekomen en wil haar twee zonen als slaaf verkopen, om zo zijn geld terug te krijgen. Als de profeet Elisa haar vraagt wat zij bezit, zegt zij dat zij niets bezit, dan een kruikje met wat olie. De oplossing van Elisa lijkt wat vreemd, zij en haar zonen moeten lege kruiken gaan verzamelen bij de buren (nee niet voor het statiegeld). Zij heeft de opdracht om de deur achter haar en haar zonen te sluiten, daarna moet zij uit dat kleine kruikje al die grote kruiken vullen. 

Normaal gesproken zou je zeggen, dat kan toch helemaal niet. Nu was zij natuurlijk wel de vrouw van een profeet geweest, misschien had zij ook de wonderen van de profeet gezien, maar dan nog vergt het een groot geloof om aan zo’n oproep gehoor te geven. Deze weduwe heeft er kennelijk geen moeite mee, zij doet gewoon wat de Elisa zegt, en het wonder geschiedt. De olie blijft net zolang stromen als er lege kruiken worden aangedragen. Pas als de lege kruiken op zijn, stopt de oliestroom. Het laat zien dat het niet God is, die geen olie meer kan laten stromen, maar de mens die niet genoeg voorzieningen treft om de zegeningen van God te ontvangen.

De vrouw gaat naar Elisa en zegt dat alle kruiken gevuld zijn. Hij vertelt haar dat zij de olie moet verkopen, haar schulden betalen, en de rest in een pensioenpot moet stoppen.

Dit is een geweldig verhaal met een goede afloop, maar wat heeft het ons hier en nu te vertellen over het koninkrijk van God. Waar is in dit alles het evangelie van Jezus Christus te vinden? Laten wij nog eens naar de tekst kijken en zien of hij nog wat informatie prijs wil geven. Wij vinden deze geschiedenis in 2 Kon. 4:1-7. Vergelijk dit ook nog even met het verhaal van de profeet Elia, als hij moet vluchten voor koning Achab en hij bij een weduwe in Sarfath terecht komt. Die twee verhalen hebben veel raakvlakken.

 

Stroomt die olie nog steeds?

Wij weten uit onze vorige studies van de profetie, dat een vrouw in de profetie staat voor een kerk. In dit geval hebben wij te maken met de vrouw van een profeet, deze vrouw moet dan verwijzen naar een kerk, waar de uitleg van de profetie centraal staat. Het kan natuurlijk ook verwijzen naar een kerk waar de profeten in hun profetieën naar verwijzen, zij gaat in dit verhaal in ieder geval bij de profeet om raad. Dan hebben wij de man van die vrouw, hij is recentelijk overleden, hij heeft een onbetaalde schuld achter gelaten. Ook heeft zij twee zonen, die door de schuldeiser dreigen te worden weggehaald. Als die vrouw de kerk van Christus is, dan is de schuldeiser satan, hij is de aanklager van de gelovigen bij God. Het probleem is dat satan gelijk heeft, wij staan schuldig tegenover God en Zijn heilige wet. In dit verhaal staat dan de gestorven Man voor Christus, maar Hij heeft toch alle schuld betaald? Ja, maar wij zijn nog niet klaar met de symbolen. De vrouw heeft volgens haar eigen zeggen niets, dan slechts een klein kruikje met olie. De olie in de profetie verwijst altijd naar het werk van de Heilige Geest, wij hebben hier dan ook een kerk die slechts de Geest heeft om hen uit een benarde situatie te redden. De lege kruiken zijn de mensen die nog geen beslissing voor Christus hebben genomen. De twee jongens zijn de leden van de kerk, die de opdracht krijgen de mensen naar de kerk te brengen, zodat zij door de Geest van God geraakt kunnen worden.

Waar om gieten wij eigenlijk zo zuinig?

Wat betekent dit in de praktijk voor ons nu? Wij de bruidsgemeente van Christus, hebben de opdracht, (de schuld tegenover de ongelovigen) om het evangelie aan iedereen (de lege vaten) te laten horen, zodat ook hun schuld vergeven kan worden, door de dood van Christus (Die Man). Het feit dat de vrouw de deur achter zich moet sluiten, lijkt nogal vreemd, de kerk moet toch juist openstaan voor iedereen? Dat is natuurlijk ook zo, maar zij moet zich wel afsluiten voor de zonde en voor wereldse praktijken. Satan, (de schuldeiser in dit verhaal) probeert altijd de gemeente binnen te dringen, juist als zij bezig is met de verspreiding van het evangelie. Wij moeten de mensen vullen met het ware evangelie, niet vermengd met de onheilige geest van satan. U ziet dat de vrouw in dit verhaal blijft gieten tot de vaten vol zijn met olie. Wij kunnen niet tevreden zijn als wij de mensen iets van dat evangelie hebben gegeven, zij moeten vol gevuld zijn met de kennis van het Woord en de Geest, zodat ook zij net zoals u en ik die Olie (het Woord en de Geest) door kunnen geven aan anderen. De opdracht is nogal zwaar, op het moment dat u zelf het evangelie hebt gehoord en aangenomen, bent u schuldenaar voor alle mensen die u ooit ontmoet.

Mijn advies aan u en vooral aan mijzelf is dan ook, giet van die Geest liberaal, zoveel u kunt, hoe meer u giet hoe meer u krijgt. Maar op het moment dat u stopt met gieten, stopt ook die stroom van hemelse olie naar u toe, en loopt u de kans om uit te drogen. Misschien kunt u beter stoppen met het bidden om de uitstorting van de Heilige Geest, en dat kleine beetje wat u al hebt weg schenken, zodat die Heilige Geest eindelijk eens in grote stromen aan u kan worden gegeven. Aan God noch Zijn Geest ligt het. U en ik zijn verantwoordelijk!

Piet Westein